Heeft een schuldeiser recht op medische informatie?

Bron: André Moerman

Bij een voorstel tot afkoop van schulden, willen schuldeisers doorgaans zicht hebben op de verdiencapaciteit van de schuldenaar. Is het aanbod het maximaal haalbare? Zou betrokkene misschien kunnen werken om zo meer af te lossen? De rechtbank Noord-Nederland heeft zich uitgelaten over de vraag of verwacht kan worden dat ook medische informatie aan de schuldeiser wordt verstrekt en of de AVG hiervoor een belemmering vormt.

Wat vooraf ging
Betrokkenen hebben een totale schuldenlast van € 108.335,19 bij dertig concurrente schuldeisers en één preferente schuldeiser. Eerder zijn ze toegelaten tot de WSNP maar deze is in 2014 zonder schone lei beëindigd. Dit betekent dat ze tien jaar lang hier niet meer voor in aanmerking kunnen komen. Dit neemt niet weg dat een minnelijke regeling, zo nodig afgedwongen door een dwangakkoord, wel mogelijk is.

Kredietbank Nederland heeft een voorstel aan de schuldeisers gedaan waarbij de concurrente schuldeisers 1,89% en aan de preferente schuldeisers 3,79% van het bedrag van hun vordering zullen ontvangen. De kredietbank heeft een toelichting gegeven op het betalingsvoorstel, waarin onder meer wordt aangegeven dat voor verzoekers sprake is van medische problematiek, zodat er geen reële kansen zijn op betaald werk. ABN heeft bij brief van 6 maart 2018 aangegeven niet akkoord te gaan omdat volgens haar onder meer niet duidelijk is of het aanbod het maximaal haalbare is.
De kredietbank heeft vervolgens namens betrokkenen om een dwangakkoord verzocht.

Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat het akkoord goed en betrouwbaar is gedocumenteerd, voldoende transparant is en voldoende informatie bevat voor ABN om haar standpunt te bepalen. Het financiële belang van ABN is weliswaar groter dan dat van de overige schuldeisers (55,73% van de totale schuldenlast), maar dat enkele feit is in de te maken belangenafweging niet zonder meer doorslaggevend (vergelijk ECLI:NL:RBROT:2018:4001). Volgens de rechtbank is voldoende aannemelijk gemaakt dat het voorstel bij de huidige stand van zaken, al dan niet met toepassing van de WSNP op termijn, het maximaal haalbare is.

ABN heeft ter zitting kennis genomen van de medische achtergrond van verzoekers en heeft verklaard dat de medische gegevens voldoende aanleiding geven voor de conclusie dat verzoekers kennelijk onvoldoende in staat zijn om meer spaarcapaciteit te genereren. ABN sluit niet uit dat zij met het akkoord had ingestemd, als de kredietbank deze informatie eerder aan hen had verstrekt. ABN kan zich dan ook niet vinden in het standpunt van de kredietbank dat op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) geen medische gegevens zou mogen registreren en deze gegevens evenmin aan derden mag verstrekken. ABN heeft de rechtbank verzocht of zij in haar beslissing wil ingaan op deze kwestie.

Volgens de rechtbank is het boven redelijke twijfel verheven dat aan de schuldeisers meer is aangeboden dan hetgeen zij zonder akkoord, al dan niet met toepassing (op termijn) van de wettelijke schuldsanering zouden kunnen krijgen. Afwijzing van het verzoek zou bovendien de schuldeisers die reeds hebben ingestemd nadelig treffen in hun financiële belang. Aldus dient het belang van verzoekers en dat van de schuldeisers die reeds hebben ingestemd, zwaarder te wegen dan het belang van ABN. De rechtbank acht dan ook voldoende termen aanwezig om ABN te bevelen mee te werken aan het door verzoekers aangeboden akkoord, waarbij de rechtbank ook rekening houdt met het belang van verzoekers, voor wie de WSNP geen optie is.

De rechtbank gaat vervolgens ten overvloede in op de Reikwijdte van de AVG

Print Friendly, PDF & Email
Dit bericht is geplaatst in armoede, bewindvoerders, Incassoburo met de tags , . Bookmark de permalink.