Inhoudsindicatie
De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet op nihil bepaald zonder voorafgaand enige informatie in te winnen over de financiële situatie van klaagster. Dergelijk handelen/nalaten acht het hof evenals de kamer laakbaar. Bij het inzetten van een ingrijpend middel als beslaglegging, mag van de gerechtsdeurwaarder uiterste zorgvuldigheid worden verwacht. Aan het verweer van de gerechtsdeurwaarder dat de eerste beslagleggend gerechtsdeurwaarder uiteindelijk de hoogte van de beslagvrije voet bepaalt, gaat het hof voorbij, aangezien de gerechtsdeurwaarder hiermee zijn eigen verantwoordelijkheid in deze miskent. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder in zijn eigen proces-verbaal aan de derde meegedeeld dat de beslagvrije voet op nihil moet worden gesteld.
Verder rekent het hof de gerechtsdeurwaarder aan dat hij ten onrechte geïncasseerde gelden op een andere bankrekening heeft overgemaakt dan klaagster bij brief had opgegeven. Hierdoor zijn de gelden niet bij klaagster terecht gekomen. Naar het oordeel van het hof betaamt dit een zorgvuldig handelend gerechtsdeurwaarder niet.
Gelet op het voorgaande heeft de kamer de klacht op beide onderdelen terecht gegrond verklaard.
WetsverwijzingenVerordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders 1, 10, geldigheid: 2013-08-13
VindplaatsenRechtspraak.nl
de uitspraak vind u door op de link te klikken
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2013:2457